Ik heb nooit begrepen waarom mensen bang zijn van een paard, waarom ze honden zielige beesten vinden en tegen poezen ‘ksst’ zeggen als er niemand kijkt.
Mijn vader zei altijd dat mensen die niet graag dieren zien, waarchijnlijk ook niet veel van mensen houden, en dat neem ik zonder slag of stoot van hem aan. Eigenlijk is die uitspraak hard. Ik kan Harry Mülish volgen als die in het (grotendeels verzonnen) dagboek van Eva Braun schrijft dat Hitler zijn zogenaamde lievelingshond een trap gaf als de zaken niet naar zijn zin gingen…
Dieren zijn er nochtans – dat is wat ik denk- om het leven van de mensen te verzachten, en geen commentaar te leveren op wat ze die dag wel of niet goed gedaan hebben. De troostende geur van een paardevacht, die zachtje plekjes in het kuiltje onder zijn keelband en het zijden topje van zijn snuit. Zoals je een 100-jarige boom kan omhelzen en daar rustig kan van worden, zo kan je een paard in je armen nemen, je gezicht begraven in zijn flanken en dan blijven staan zolang je wil, want paarden hebben geen haast.
Het dier, poes genaamd, krijgt van de mensheid meestal iets meer respijt omdat het zo’n *zelfstandig en eigenzinnig* dier is. Dat zijn in ons ‘vrije westen’ blijkbaar hoog ingeschatte eigenschappen. Maar ook poezen laten zich graag strelen en kadotteren door wezens waarvan ze bijzonder weinig begrijpen. Hoe die mensen een ijzeren kookdeksel met hels kabaal op de grond laten vallen en daar dan proberen overschreeuwen. Daar wordt een poes - die wel 100 maal beter hoort - ronduit misselijk van. Zij zit liever, in gedachten verzonken, roerloos als een Egyptisch beeld, op het muurtje naast de oprit.
En tenslotte ’s mens oudste en trouwste vriend’ de hond, zijnde het meest verguisde huisdier allerr tijden, sinds de mensheid samentroept in de straten met stoepen en huizen met tapis-plein. Vanwege al die hondenpoep en hondenhaar-miserie zouden we de meest waardevolle kwaliteiten van het dier nog over het hoofd zien. Een hond is namelijk een krak in situational comedy, van een komisch gehalte, een Buster Keaton evenwaardig. Alleen al de manier waarop het beest met volle charge een denkbeeldig balletje achternaloopt omdat hij er in al zijn goedlovigheid van overtuigd is dat je dat balletje ook gegooid hebt. En dat zal hij de volgende dag opnieuw doen, niet omdat hij dom is, maar omdat hij in ’s mens integriteit gelooft. Iemand moet het doen. Een hond als gezel kent je op de lange duur beter kan jij hem, omdat zijn hondenleven er grotendeels in bestaat de lichaamstaal, de handbewegingen, de stemnuances en gewoontes van zijn roedelleiders te observeren. Het lijkt wel alsof hij onze gedachten kan lezen, zeggen we dan. Je kan hem niets wijsmaken.
De hond, die een levenlang van spelen blijft houden zal in een moment van verveling – bij voorkeur als alle leden van de het gezin voor een computer of tv geplakt zit – met een grote flosj in zijn bek komt aandraven. Het kind in ons kan alleen maar smelten voor zo’n enthousiaste uitnodiging en zal zijn ernstige bezigheid even staken. Omdat een hond de dingen van plezier zo zalig simpel ziet.
Laatste reacties